Laatste nieuws
Dit betekent Prinsjesdag voor ú
23-09-2016 - Op Prinsjesdag presenteert de regering de plannen voor het jaar daarop. Wat zijn de belastingplannen 2017? En wat betekenen die voor ú? Van Dolder informeert u kort en bondig.U kunt hier klikken om alle Belastingplannen te lezen, inclusief onze bevindingen en tips.
Heeft u na het lezen van de Belastingplannen voor 2017 vragen of wilt u weten wat op u of uw bedrijf van toepassing is, kunt u natuurlijk contact met ons opnemen.
Wij hebben een aantal wetsvoorstellen, die kunnen ingaan per 01-01-2017 en die relevant kunnen zijn voor particulieren er uitgelicht:
· de ouderenkorting wordt verhoogd van € 1.187 naar € 1.292;
· het tarief in de derde belastingschijf gaat van 40,4% naar 40,8% en deze schijf wordt verlengd van € 66.421 naar € 67.072;
· de start van de afbouw arbeidskorting begint al bij € 32.444 (in 2016: € 34.015).
Daarnaast hebben wij voor u een wetsvoorstel geselecteerd dat relevant kan zijn voor ondernemers:
Btw-teruggaaf oninbare vorderingen
De procedure voor het terugvragen van BTW op oninbare vorderingen wordt versoepeld. Dit wetsvoorstel is onderdeel van de ‘Fiscale vereenvoudigingswet 2017’. Het doel van deze nieuwe regeling is om de procedure voor btw-teruggaaf met ingang van 1 januari 2017 te vereenvoudigen. Ondernemers kunnen dan sneller zekerheid krijgen over deze teruggaaf. De voorstellen werden positief ontvangen omdat de huidige regels veel tijd kosten en ingewikkeld zijn.
De 5 belangrijkste punten uit het wetsvoorstel:
- Het recht op teruggaaf ontstaat als de vergoeding één jaar na opeisbaarheid nog niet is ontvangen. Hierbij merken wij op dat het recht op teruggaaf nooit later dan één jaar na opeisbaarheid kan ontstaan. Dit betekent dat wanneer de btw over een later tijdvak wordt teruggevraagd dan het tijdvak waarin de éénjaarstermijn is geëindigd, het verzoek om teruggaaf niet tijdig is en de teruggaaf door de Belastingdienst kan worden geweigerd. Het is dan ook zaak om de éénjaarstermijn scherp in de gaten te houden.
- Het bedrag van de teruggaaf moet via de periodieke btw-aangifte worden geclaimd.
- Als een oninbare vordering later alsnog (deels) wordt voldaan, dan wordt de corresponderende btw opnieuw (deels) verschuldigd op het moment van de betaling.
- Als een oninbare vordering wordt overgedragen (bijvoorbeeld in het kader van factoring), treedt de overnemer voor de teruggaafregeling in de voetsporen van de verkoper.
- Door een overgangsregeling zullen de nieuwe regels ook gelden voor opeisbare vorderingen van vóór 1 januari 2017, met dien verstande dat de termijn van één jaar begint te lopen op 1 januari 2017.
Mocht u vragen hebben over de (mogelijke) gevolgen van de nieuwe regeling voor uw organisatie, neemt u dan gerust contact met ons op.